Heinrich Windhausen, 1874
Deze Bolsius stamde uit de notaristak van de uitgebreide familie Bolsius. Hij volgde zijn opleiding in Antwerpen, aan de Academie voor Schone Kunsten en wordt in 1860 ‘leerling-aspirant’ bij het atelier Cuijpers-Stolzenberg. Hij is daar de eerste leerling van Pierre Cuijpers. Cuijpers is dan een architect in opkomst. Hij bouwt kerken, voornamelijk Rooms-Katholieke en profiteert daarbij van de sterke opbloei van het Rooms-Katholieke leven, later ook wel ‘het Rijke Rooms leven’ genoemd. Cuijpers werd beroemd als bouwer van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Als Antonius Cornelis Bolsius voldoende ervaring opgedaan heeft, vestigt hij zich als zelfstandig architect in Roermond. Hij ontwerpt en verbouwt verschillende kerken in de omgeving van Roermond. Daarbij werkt hij ook samen met Cuijpers: zo vergezelt hij de laatste in 1873 naar Mainz om te onderhandelen over de restauratie van de beroemde Dom van Mainz. | 46 |
Margriet van Boven (voorwoord), naar gothieken kunstzin (1979) 113
Jacob Jonker, 'De familie Bolsius en de Sint-Jan' in: inbrabant 2 (2020) 46